Sobre el Festival en Schoten (Bélgica) - 1985

 En este artículo, casi lo único relevante es que citen al Grupo y salga una foto de Alicia Moreno y Julio Laín. En el pié de foto: “El Grupo Folclórico Alto Aragón de España tiene una reputación muy sólida”. El resto del contenido es información para viajeros o turistas o bien posibles asistentes al festival. Horarios, entradas, acceso,…

Álvaro

Wat u graag geweten had willen hebben

SCHOTEN.- Waar kan men kaarten bekomen? Wat kosten kaarten voor een avond? Hoe geraak ik in Schoten? Wat is het programma? De antwoorden hieronder, netjes op een rljge. Voor wijzigingen op het allerlaatste moment in het'programma bent u echter aangewezen op de dagelíjkse Antwerpse Morgen.

Schoten ligt op 7 km ten noorden van Antwerpen.

Vanuit Antwerpen: Fr. Rooseveltplaats: autobusdienst 61 en 62. Bijzondere diensten, halte Kasteidreef, Schoten-Centrum. Folders, affiches, inkchtingen (geen kaartverkoop) te bekomen op het algemeen sekrctariaat Festival van Schoten, tel. 03/658 5512 - Kasteel van =shoten.

Feesttent in het park met verbruikgelegenheid,  Café-restaurant ’Riddershoeve’ nabij kasteel en cafêtaria in het kasteel.

Filstelistische herinneringsstempel te bekomen in het kasteel van Schoten op zaterdag 13 juli.

Kaartverkoop

Toegangskaarten: 100, 150, 200 en 250 frank.

Kinderen tot 12 jaar betalen halve prijs, maar minimum 100 fr. Plaatsen van 200 en 250 fr. Zijn tribuneplaatsen met rugleuning. Er zijn 3.000 tribuneplaatsen en 1.000 gewone zitplaatsen. Bij slecht weer gaan de voorstellingen door in een overdekte feesthal in het park (3.000 zitplaatsen).

Voor de voorstellingen in zaal Forum op 16 juli en 18 juli geldt een algemene inkom van 200 fr. (geen reduktie).

Voorverkoop:

® ter plaatse: Tot en met 1} juli: Huis Bambino, Paalstraat 28, Schoten, 03/658 54 76.

Vanaf 12 juli: Kasteel van Schoten, alle dagen van 10 tot 12 en van 14 tot 16 u, uitgezonderd op 16 en 18 juli. Op 12 juli gedurende de feestmarkt voorverkoop tot 20 u.

Vooraf betaalde toegangskaarten kunnen afgehaald worden, de dag van de voorstelling aan de speciale kas “vooraf betaald” (nabij het kasteel). Enkel op verzoek en op eigen risiko worden kaarten toegezonden.

@ telefonisch: Van 8 juli enkel op nummer 03/658 76 91, alie dagen van 10 tot 12 en van 14 tot 17 u.

Openingsuren

kassa feestterrein: Namiddagvoorstellingen: vanaf 13u.30

Avondvoorstellingen: vanaf 18u.30

Gunstvoorwaarden: Voor de voorstellingen van maandagnamiddag 15 juli: algemene inkom 100 fr. Uitgezonderd hoofdtribune (met leuning): 150 fr.

Voor de andere voorstellingea: vermindering voor groepen ta minstens 20 personen, behalve op plaatsen van 100 fr. Niet van toepassing op de voorstelling in zaal Forum op 16 en 18 juli,

PIE DE FOTO

Grupo Folclorico alto Aragon uit Spanje hecft een jzersterke reputatie.

*********************************

Lo que desearías haber sabidoSCHOTEN.- ¿Dónde se pueden conseguir las entradas? ¿Cuánto cuestan las entradas para una noche? ¿Cómo llego a Schoten? Cual es el programa Las respuestas a continuación, claramente en un fila. Sin embargo, para cambios de último minuto en el programa, depende del Antwerpse Morgen (transporte de la mañana) diario.

Schoten se encuentra a 7 km al norte de Amberes.
Desde Amberes: P. Rooseveltplaats: servicio de autobús 61 y 62. Servicios especiales, parada Kasteidreef, Schoten-Centrum. Carpetas, carteles, información (sin venta de entradas) disponibles en la secretaría general Festival de Schoten, tel. 03/658 5512 - Castillo de Schoten.

Carpa de fiesta en el parque con instalaciones de consumo, Café-restaurante 'Riddershoeve' cerca del castillo y cafetería en el castillo.

Sello conmemorativo de Filstelist que se obtendrá en el castillo de Schoten el sábado 13 de julio.

Venta de boletos

Entradas: 100, 150, 200 y 250 francos.

Los niños hasta 12 años pagan la mitad del precio, pero mínimo 100 francos Los asientos de 200 y 250 francos son asientos de tribuna con respaldo. Hay 3.000 asientos en tribuna y 1.000 asientos regulares. En caso de mal tiempo, las actuaciones se llevarán a cabo en un salón de fiestas cubierto en el parque (3.000 asientos).

Para las representaciones en la sala Forum los días 16 y 18 de julio, se aplica una tarifa de entrada general de 200 francos (sin reducción).

Preventa:

® en el lugar: Hasta el 1 de julio: Huis Bambino, Paalstraat 28, Schoten, 03/658 54 76.

A partir del 12 de julio: Castillo de Schoten, todos los días de 10 a 12 y de 14 a 16, excepto el 16 y 18 de julio. El 12 de julio durante la preventa del mercado del festival hasta las 20 h.

Las entradas pagadas por adelantado se pueden recoger el día de la actuación en el cajero especial "pagado por adelantado" (cerca del castillo). Las tarjetas solo se enviarán a pedido y bajo su propio riesgo.

@ por teléfono: A partir del 8 de julio solo en el número 03/658 76 91, todos los días de 10 a 12 y de 14 a 17.

Horario de apertura

Zona de taquilla: Actuaciones vespertinas: a partir de las 13.30 horas

Actuaciones nocturnas: a partir de las 18.30 horas

Condiciones favorables: Para las actuaciones del lunes 15 de julio por la tarde: entrada general 100 p. Excluyendo tribuna principal (con barandilla): 150 p.

Para las demás actuaciones: reducción para grupos de al menos 20 personas, excepto plazas de 100 fr. No aplica a la actuación en la sala Forum los días 16 y 18 de julio.

Traducido al castellano con el traductor de Google

Artículo en flamenco y traducido - 1985

          Tenemos previsto hacer una entrada desarrollando en detalle este viaje. Mientras dejamos constancia del mismo con este recorte de un periódico local de Schoten. Se encuentra la localidad de unos 30000 habitantes en el 85 y próxima a Amberes. Buen ambiente en el festival, con muchas cosas sorprendentes. Nos llamaba la atención que no supieran francés, o no contestaban a él, estando en Bélgica. Un bonito castillo rodeado de agua en cuyos bajos había un restaurante con mucha marcha. Un intento de llevarnos al huerto en otro restaurante, “invitándonos” a una cena, mientras se anunciaba en el mismo, “Fiesta española”. Ya nos había pasado en otra ocasión en un pueblo de Francia. Tres horas en comisaría por mover un coche a mano, que obstaculizaba la salida del autobús. El propietario denunció que se lo habíamos rayado, cosa totalmente falsa. Nos costó la broma unos miles de francos belgas, entonces a tres pesetas, para no ir a juicio, porque sería después del festival y teníamos otro en Francia. Magnífica visita a Amberes y a la casa natal-museo de Rubens. Buena comida en general y estupenda cerveza. A pesar de todo el balance, positivo.

          Partimos a la Costa Azul francesa, hacia Lavandou. Bajamos por París y Lion para llegar a la localidad. Ya habíamos estado en el 1979 y en esta ocasión les habíamos dicho que nos buscaran un alojamiento distinto del camping en que habíamos estado. No fue así y después de tensas deliberaciones abandonamos la localidad sin actuar.

El viaje en conjunto fue bonito. Paramos a cenar en Montpellier y fuimos a bañarnos a Calella ya en España para compensar las penurias, que no fueron tantas.

Álvaro

Festival mundial del folklore en Schoten

WERELDFESTIVAL VAN DE FOLKLORE TE SCHOTEN

Bailando bajo un hermoso cielo

Dansen onder een mooie hemel

Het zevenentwintigste Wereldfestival van Folklore in Schoten mocht zaterdag bij een mooie zomeravond zijn opening beleven.

 In de sfeerrijke omgeving van park en kasteel presenteerden Karin Van den Berghe en Wiet van Broeckhoven aan enkele duizenden toeschouwers het jaarlijks terugkerend dansfestival waar men niet op uitgekeken geraakt.

Niettegenstaand het laattijdig afzeggen van de dansgroepen uit Rusland, Israél en Maleisié wegens financiéle en administratieve redenen, groeide het zevenentwintigste festival ook dit jaar uit tot een verblindende show die de mássa aanwezigen in vervoering bracht. De ganse groep werd cen evenement van hoog artistiek gehalte.

JONG GEWELD

Op het programma van het Wereldfestival van Folklore mocht in dit jaar van de Jeugd zeker de jeugd niet ontbreken. Dat waren de lerse volksdans- | groep Gasza Aislinn vit Mullach Ide en de Turkse Anadolu Folk Toplulugu uit Istanbul. Ofschoon wal onzeker en gespannen opende de lerse jongeren- groep zijn optreden mel een stoer gebrachte vissersdans uit het graafschap Kerry. Ongelooflijk de geestdrift en de spontaniteii waasmee het Turkse jonge grut er echt invloog om enkele dansen uit Bitbis uit te vocren, begeleid door trom en schrille blaaspijp. Allemaal nict zonder foutjes, mar sympathiek en hartveroverend. Met als gevolg een daverend applaus. - ¡

 *In de rituele dans «Les Cordelles» van de zeeldraaiers, die met hun touwen een zonnerad vormen, bewezen de bekoorlijke dames en flinke mannen van de folkloregroep La Capouliero uit Martigues-en-Provence hun virtuositeit en elegantic.

Sierlijk droegen de Spaanse dansers en danseressen van Aho Aragon vit Jaco hun prachtig versierde kledij uit de valleien van de Aragonese Pyrenccén bij het dansen van de jotas waarbij zij zich begeleidden met harmonieus castagnettengeklepper.

            El vigésimo séptimo Festival Mundial de Folklore en Schoten consiguió un buen sábado Experimente su apertura
en una noche de verano.

            En el ambiente atmosférico del parque y el castillo. Karin Van den Berghe y Wiet van presentaron Broeckhoven a unos pocos miles de espectadores.el festival anual de baile donde la gente no me aburrí de eso.

            A pesar de la cancelación tardía del grupos de baile de Rusia, Israel y Malasia debido a razones financieras y administrativas, creció vigésimo séptimo festival de nuevo este año a uno deslumbrante espectáculo que los mássa asistentes en rapto Todo el grupo se convirtió en cen Alto evento artístico.

ENERGÍA JOVEN

            En el programa del Festival Mundial de El folklore fue sin duda la juventud de este año. La infancia no falta. Esos fueron los bailes folclóricos irlandeses grupo Gasza Aislinn vit Mullach Ide y el turco Anadolu Folk Toplulugu de Estambul. Aunque orilla incierto y tenso, la juventud agrupar su actuación trajo una difícil Baile de pesca del condado de Kerry. Increíble el entusiasmo y la espontaneidad nublan al turco Young Grut realmente influye en algunos bailes Para cantar Bitbis, acompañado de tambor y estridente soplete Todo nict sin errores, pero simpático y encantador. Como resultado uno atronadores aplausos. - ¡

* En el baile ritual "Les Cordelles" del giros laterales, que con sus cuerdas una rueda solar formas, las damas encantadoras demostraron y fuertes hombres del grupo folklórico La Capouliero Martigues-en-Provence su virtuosismo y elegancia. Los bailarines y bailarinas españoles vestían con gracia de Alto Aragón de Jaca su bellamente decoradas ropa de los valles del pirineo aragonés bailando las jotas con las que se acompañaron con armonioso toque de castañuela.

MUZIKAAL INTERMEZZO

De Latijnsamerikaanse volksmuziekgroep Toconao wist op aanspekende manier in haar muziek het Zuidamerikaans ritme en gevoel te leggen, zo cigen aan de ooespronkelijke Indiaanse cultuur.

De Nigeriaanse culturele vereniging Yinle vit Lagos bracht ons in de opwindende sfeer van het Afrikaanse oerwoud, maar de acrobatische hoog- standjes van de voordanser hadden meer met circus dan met volkskunst te maken. Het publiek mag uiteraard wel zulk shownumener. Her neusj van de / zalm brachien Te Kikola Tesla, uit Joegoslavié, en: het zang- en dansensemblke Vonica uit Tsjechoslové  kije. De slavische dansen hebben wel enige voork bij ons publiek. Ook niet te verwonderen met keurige afwerking van hun optredens, de de muziek van hun soms opwindende verklankt door knappe orkesten zoals het cymbe norkest van de Tsjechische groep. Ook klederdracht is altijd even oogstrelend.

Traducido con el traductor de google. 
No sabemos a qué periódico pertenece este recorte.

Hablamos de vestuario - 2019

A través de esta entrevista, se muestra un aspecto importante en la dinámica del Grupo, como es lo relacionado con el vestuario. A mediados de la década de los 80 comenzaron a encargarse, junto con otras personas, del cuidado de las prendas; una época de cambios y de crecimiento en el Grupo en todo lo referente a la indumentaria. Nos cuentan sus vivencias de esos años.

Esta entrevista quiere ser un reconocimiento a la labor de todos los componentes que en estos 44 años se han responsabilizado o han colaborado en vestuario, en la adquisición, organización, mantenimiento y renovación del mismo, la mayoría de las veces de una forma discreta y callada.

Álvaro

Entrevista a Mª Jesús y Marcos Lera Juan

Marcos.- En primer lugar, hay que recordar que la dinámica que se creó desde el principio de ser un grupo independiente, nos pasó sus facturas pero nos afirmó como grupo. Nos ayudó a crear una personalidad propia y a hacer los espectáculos que hacíamos y hacemos.  Teníamos un repertorio muy diferente a los otros grupos y no se podía desligar lo que se bailaba del vestuario, pues el vestuario era una consecuencia de lo que se bailaba, y viceversa. Al interpretar bailes de distintos valles, era lógico hacerlos con los trajes del lugar y había que ser lo más fieles posible.

Los cambios se produjeron de forma gradual. Se empezó por cambiar las camisas de los chicos, para ello recurrimos a "El Ansotano" y nos hicimos dos cada uno. Comenzamos a dejar de usar las camisas blancas con cuello, que llamábamos “de camareros”, y empezamos a comprar en algún viaje de esas como las de los rusos, que eran un poco de mercadillo. Luego los chicos nos hicimos medias, de lana blanca o de lana morada.
Al principio el Grupo se había preocupado más por las músicas, letras y bailes y menos por el vestuario. En las actuaciones de la Cruz Roja se hacía una parte más formal, interpretando las piezas que solíamos hacer por entonces, y otra un poco teatralizada. Fue en esa época cuando los chicos rompimos la uniformidad y comenzamos a vestirnos con los colores que nos gustaban, con libertad de elección y siempre que fuera el traje coherente. Ese traje más oscuro se quedó sólo para algunas jotas, pero para el resto no, de forma que se notara más el cambio de vestuario.

Mª Jesús – También os cambiasteis los cachirulos, de cuadritos a un pañuelo al gusto de cada cual. De ir todos iguales pasasteis a ir como antiguamente, que cada uno se ponía lo que tenía en casa y con el color que le gustaba. Se hicieron también marinetas para bailar las danzas del Sobrarbe.

Blog.- ¿Quién nos hacía los trajes de Hecho, de Ansó…?

Mª Jesús-Marcos.- Tuvimos noticias de una señora en Huesca (Antonia Sanagustín) que hacía trajes de folklore y contactamos con ella. En esta época se hicieron las faldas para la Jota Cruzada de Aso de Sobremonte y se usaron también para bailar el Bolero de Sallent. Se hicieron las seis faldas más los corpiños y se empezó a usar pañuelo de flores.

Mª Jesús.- Ahora me acuerdo de ir a comprar las cintas de Ansó a Zaragoza, buscábamos unas bonitas. Son las que se utilizan para hacer los lazos sobre el traje. Teníamos las que nos había vendido la modista de Huesca, alguna muy bonita pero otras no nos gustaban. Siempre procurábamos pulir detalles. En algún sitio coincidimos con los de Bielsa y vimos también que había cosas de nuestros trajes que había que mejorar.

Blog.- ¿Cómo fue que empezasteis a plisar y almidonar las mangas y gorgueras de los trajes?

Marcos.- Antes se mandaba a unas monjas de Huesca, el contacto creo que era por esa señora de Huesca que nos había hecho trajes. La relación con la modista se fue enfriando porque los precios nos parecían caros y debía tener mucho trabajo. Sucedió que ante un encargo nos fue dando largas y fuimos buscando otras soluciones más baratas. También coincidió que empezaron a abrir en Zaragoza tiendas relacionadas con telas y prendas del traje tradicional. A todo esto se sumaba que como se usaban mucho, por el gran número de actuaciones, había que lavarlas más veces y no se podía estar yendo y viniendo. Nos decidimos a aprender a plisar y almidonar. En el Grupo lo empezamos nosotros.

Blog.- Volviendo al tema, ¿los plisados, almidonados y todo eso, os lo enseñaron en Hecho o…?

Marcos – Mª Jesús.- Alguien nos enseñó porque empezamos a hacerlo en verano. Si no recuerdo mal, fue a través de Mari Cajal, que ya no estaba en el Grupo, pero manteníamos buena relación. Puede que fuera en Casa Clareta de Hecho, su madre  era de esa casa. Nos enseñaron la medida del almidón, que eran unos polvos que se diluían en agua. Se lavaban, se hacía la gelatina de almidón, se iban marcando las rayas, se ponían todas pretas, pretas y luego se dejaban secar. El cuello del traje de Ansó se hilvanaba, se hacía con un rodillo de casa el hilvanado, y el de Hecho se hacía a mano.
También fuimos a hablar con Josefina Mendiara a Ansó. Nos enseñó a vestir a las chicas de manera apropiada. La de Cofradía tiene que ir de tal manera y el novio que se pusiera el pañuelo en la cintura, un adorno en el sombrero, el jubón por dentro, ligas… Me acuerdo que, para una actuación en el Pabellón del Festival, nos dejaron ropa y bailamos la Jota de Ansó un montón de parejas con los trajes diferentes de Ansó que conseguimos por mediación de Mamen Millera..

Blog.- Por suerte siempre hemos encontrado gente que nos ayudara y hemos procurado corresponder. El pasado año prestamos dos trajes del Grupo al Museo de Ansó para que estuvieran expuestos hasta el verano de 2019.

Marcos.- Se empezaron a cambiar detalles, pero es que mucho dinero tampoco había. Se empezó a hacer algún traje nuevo de bailador de Santa Orosia. Se compraban cosas más bien pequeñas y parecía que habíamos cambiado mucho, pero con poco gasto.

Me acuerdo que había unas camisas muy grandes y… cuando Julio llevaba el baile, ponía en la Jota de Ansó tres parejas para descansar de las jotas más explosivas. Un chico iba de novio, otro con una camisa negra pequeña y el otro con jubón blanco.

En el traje del Sobrarbe cambiamos aquellos corpiños que había con agujeros. Nos los habían hecho en la Calle Alfonso de Zaragoza, en una costurera de esas que se empezaban a dedicar a confeccionar prendas del traje tradicional, yo aún estaba estudiando. Por aquel entonces, los que estaban estudiando fuera se encargaban de buscar. Se hicieron otros corpiños que ya estaban mejor cosidos, ya no eran negros con corchetes y eran más parecidos a los de Bielsa. Entonces había oscuros y claros, había unos como dorados. Los otros ya se habían ido rompiendo de tanto usarlos; en esa época hacíamos un montón de actuaciones al año.

Blog.- ¿Cómo organizabais la ropa, los baúles?

Mª Jesús.- Los baúles eran los de siempre, bueno los de aquellos años.

Blog.- Aún hubo un baúl de mimbre que se usó para ir a Puerto Rico.

MªJesús.- Ese no lo conocí.

Marcos.- Teníamos los tres baúles. Se originaban broncas porque, con las prisas de los cambios en las actuaciones, se tiraba todo o se dejaba de cualquier forma. Lo incómodo era que había que organizar bien la ropa, pero antes había que ventilarla, porque entonces teníamos actuaciones muy seguidas. Lo dejábamos para que se ventilara y a las diez había que ir a secretaría para hacer los baúles, pues por la tarde teníamos otra actuación. El colmo era cuando en el mismo día teníamos dos actuaciones, por ejemplo, una en Belver de Cinca antes de comer y otra en Zaidín por la tarde.

Blog.- En Sena y Fonz en otra ocasión.

Marcos.- Que hacías la misma actuación, comíamos o lo que fuera y ¡hala! a cargar y al otro pueblo, que a lo mejor estaba sólo a diez Km, pero en agosto, con todo el calor… y a descargar, y a bailar otra vez.

Mª Jesús.- Otra cosa que recuerdo era aquella caja de maquillaje que se llevaba.  Probablemente serían Mª Fer, Nines P. o Elena S. las encargadas de comprar y reponer, no me acuerdo.

Mª Jesús-Marcos.- Luego hay que tener en cuenta que en esa época había mucha gente involucrada en vestuario. Estaban Marta Ara, Arancha, Beatriz, Ester P., Carmela, Mª Soco, Mamen Millera, Tesa... Era lógico, porque había muchas actuaciones en verano y no siempre íbamos los mismos. Nuestros trabajos, exámenes y compromisos particulares, hacían que se tuviera que implicar más gente.

Blog.- Agradecemos a Marcos y Mª Jesús su tiempo para esta entrevista, su participación y dedicación al Grupo.

Actuaciones en Bélgica y Francia - 1985

Cuando comenzó nuestro blog, el Grupo ya tenía más de treinta años de historia, tratamos de presentar las actividades  que vamos realizando. Al mismo tiempo intentamos dejar constancia de tantos viajes y actividades que se hicieron en esos años anteriores. Los métodos son diversos, aparte de escudriñar en las hemerotecas, los componentes solemos guardar recuerdos de nuestra participación, recortes de prensa y por supuesto fotos. En esta ocasión reproducimos uno de esos recortes encontrado en la hemeroteca que el Pirineo Aragonés, al que agradecemos, pone a disposición de todo el mundo. Este pequeña noticia recoge las actividades que se van a realizar, pero hay que decir en honor a la verdad que  el viaje a Karlsruhe nunca se realizó. Estaba previsto para mitad de septiembre. Alguien de aquella localidad, que decía ser español, nos contactó por teléfono y nos fue llevando en palabras sin llegar a manifestarse nunca por escrito. Le habíamos hecho saber que si no lo hacía por escrito no atenderíamos su petición. Dos o tres días antes de la partida avisamos a Escartín, la empresa de autobuses para anular el viaje.

Álvaro

El Grupo Folklórico “Alto Aragón” partió hacia Schoten (Bélgica) y Lavandou (Francia)

El grupo Folklórico “Alto Aragón” inició el miércoles un viaje que le llevará a los festivales de Shoten (Schoten) en Bélgica y de Lavandou en Francia. Al festival belga acuden por primera vez y lo hacen como único representante español junto a otros ocho grupos folklóricos.

La cita se prolonga desde hoy día 12 hasta el próximo dia 19, y a su regreso, el grupo jaqués participará en el festival de Lavandou, prolongando su estancia hasta el dia 22.

El grupo Alto Aragón tiene previsto asimismo, un apretado calendario de actuaciones durante este verano, incluyendo varias localidades de La comarca y diversas poblaciones francesas, existiendo además la posibilidad de actuar en la ciudad de Karlsruhe, en Alemania Federal.

Entre las muestras de folkore aragonés que van a interpretar en tan variados escenarios., podemos citar los “palotcaos” de Lanuza, Sinués o Aragués del Puerto, los boleros de Larrés y Sallent de Gállego, o jotas como las de Ansó, Hecho y San Lorenzo de Huesca.

Semanario "El Pirineo Aragonés"  Núm 5.291 del 12 de Julio de 1985 Pág. 12

Tipos de actuaciones - XXV Aniversario - pág. 10

Decíamos hace 15 años

ACTUACIONES

No cabe duda de que en la vida de todo grupo folklórico las actuaciones constituyen un capítulo muy importante. De una manera estadística, por lo tanto fría, presentamos una relación cronológica de todas ellas. De igual modo, damos una relación de aquellos lugares en los que ha actuado el Grupo Folklórico "Alto Aragón”

Podemos hacer un breve comentario a las más de 600 actuaciones realizadas. En primer lugar destacaríamos el carácter “popular” de un buen número de ellas. Empleamos este calificativo para designar a aquellas en las que se entra en contacto muy directo con la gente del pueblo, participando activamente en sus fiestas patronales, romerías, ofrendas, rondas, ... ; pasan de 250 las actuaciones de este tipo realizadas en lugares muy diversos de la geografía.

Un capítulo importante es el que nosotros denominados “Recitales del Grupo”, entendiendo por tales los espectáculos (que realizamos durante dos horas sin interrupción) que hemos ido ofreciendo en diversas localidades y sin ningún motivo en particular. Esta sería una faceta eminentemente difusora del folklore. A través de las mas de 100 actuaciones de este tipo realizadas, el Grupo ha ido mostrando sobre el escenario la variedad del folklore aragonés y en especial de los valles pirenaicos; pretendemos difundir la cultura de un pueblo por medio de sus canciones, danzas, músicas, trajes e instrumentos. Desde nuestro punto de vista particular, consideramos altamente elevado y significativo este número de actuaciones anteriormente mencionado.

Un tercer apartado digno de comentar el de nuestra participación en festivales folklóricos. De éstos, habría que resaltar su carácter humano, destacando valores tan importantes como el compañerismo, amistad, convivencia ... A lo largo de estos 10 años son muchas las jornadas pasadas codeándonos con gentes de los lugares más diversos del Mundo, a las que nos unía nuestra común dedicación y afición: el folklore. Han surgido amistades, intercambios y la alegría del reencuentro con grupos en los festivales más insospechados.

Para las personas ajenas a nosotros, lo más atractivo son esos desplazamientos a lugares más o menos lejanos y exóticos. Públicamente hemos de decir el trabajo silencioso y desinteresado por parte de los miembros del grupo y que está detrás de lo que son viajes y actuaciones. Serían incontables las horas de ensayo para aprender y perfeccionar las diversas piezas; las horas de secretaría para realizar el trabajo de organización, administración y burocracia; los desplazamientos para buscar ese traje, esa música o esa danza de la que teníamos referencia; las reuniones habidas para nuestra organización interna ...

Para nosotros, cada actuación ha tenido su encanto diferente y particular. Nos hemos integrado en esas fiestas entrañables de los pueblos y hemos vivido ese sabor de aventura que suponen los largos desplazamientos. Paradógicamente, nuestras salidas se han prodigado más al extranjero que por la geografía española. Las causas de este hecho podrían ser varias:

- El carácter fronterizo de Jaca.

- El hecho de haber participado desde nuestros comienzos en importantes certámenes internacionales, lo que supone siempre puntos de referencia para nuevos contactos.

- La circunstancia de que en el extranjero es más frecuente organizar fiestas y festivales folklóricos.

- El estar alejados del centralismo del folklore aragonés, etc.

Lo que sí supone un denominador común es la sorpresa de amplios sectores de público al encontrarse con un tipo de folklore que no esperaban. Fuera de España, podemos decir que conocen un folklore muy distinto al aragonés y en muchos casos muy desvirtualizado. En nuestro país, y aun dentro de nuestras comunidad autónoma, hemos observado que en muchas ocasiones sólo se conoce la tradicional jota aragonesa, tan manejada y desvirtualizada también. Como decimos, la sorpresa es grande cuando el público se encuentra ante sí esos palotiaus, danzas, músicas e instrumentos tan poco difundidos y que reflejan las características de los pueblos y gentes del Pirineo Aragonés.

"Extracto de un minucioso estudio que se realizó en el X Aniversario del Grupo sobre las actuaciones (tipo de actuación, fecha, lugar, etc ... ) llevadas a cabo por el Grupo en su primera década. Todo aquel que esté interesado en determinados datos, está a su disposición en Secretaría J/.

Desde la nostalgia - XXV Aniversario - págs. 8 y 9

Decíamos hace 15 años

DESDE LA NOSTALGIA

Por Loreto y Manuel Fanlo

El autobús arranca, un poco renqueante todavía, un poco indeciso, tal vez porque el viaje va a ser largo. Dentro, el bullicio lo tapa todo: los adioses de los que se quedan, las recomendaciones apresuradas de las madres, las explicaciones, un poco confusas, de ése que siempre llega tarde a todos los viajes, el pequeño jaleo del reparto de los asientos. Pero el autobús, indiferente todo y a todos, arranca, sabiendo tal vez que el viaje va a ser largo.

Y cada uno, sacado de repente de su rutina par ticular, contagiado de la alegría colectiva, sin reflexiones, previas o con ellas, va a ir acumulando futuros recuerdos. Se sucederán los ratos divertidos, las noches de juergas y enfados intermitentes. Pueblos, ciudades nuevas, gentes, direcciones...

            Quizá en cada viaje, al principio de cada aventu ra, no valorásemos todo lo que quedaba atrás: el trabajo de los que lo habían organizado todo, la labor de investigación previa que se había desarrollado para res alguna danza olvidada, la preparación cuidadosa del vestuario -patrimonio del Grupo que poco a poco íbamos incrementando-, las horas de ensayo machacando sobre esta o aquella jota. Y sin embargo, el éxito de toda aquella empresa dependía precisamente de tanto trabajo acumulado anteriormente. Porque el Grupo no nació sólo de una reunión de amigos -aquella memorable tarde en Oviedo, cuando casi sin darnos cuenta estábamos ya fundándolo-, sino que creció gracias al trabajo de todos, poco a poco. Desde el principio una de sus metas fue el ser un grupo independiente, con su propio nombre -llegaría después la votación, para elegir finalmente el de “Alto Aragón”  con su propia personalidad.

Todo este trabajo, o lo que es lo mismo, la búsqueda de la fórmula exacta que reflejara la “personalidad” folklórica del Grupo, no fue fácil. Se pretendía ante  todo la autenticidad del folklore, la vuelta a los orígenes pero no se podía olvidar la calidad de cada actuación, la vistosidad del espectáculo, la variedad que de hecho ofrecía nuestro propio folklore. Y para conseguir la fórmula mágica que combinara la autenticidad con el espectáculo folklórico brindado a un público –muchas veces extranjero- ¡cuánto hablar, cuánto discutir! Si en ocasiones podían parecernos infructuosos todos aquellos diálogos, sin duda en ellos latía el espíritu más genuino del Grupo. Quizás en tantas horas de tertulia apasionada en Escolapios, en el local, en viajes, en bares y terrazas ... en donde mejor se reflejaba el alma del Grupo, su continua aspiración a ser de una manera especial, propia, inconfundible.

Ahora, cuando de pronto nos damos cuenta de que el Grupo cumple diez años, ya sabemos que consiguió estos propósitos: fidelidad al folklore y recuperación de éste, difusión de nuestros cantes y danzas, creación de una escuela en que se pueda seguir con esta tradición. Pero además no podemos olvidar lo que este grupo nos ha dado a todos los que a lo largo de estos diez años hemos pasado por él. La posibilidad de salir de Jaca hacia sitios tan diferentes, la convivencia entre edades tan dispares, la mezcla de gentes dedicadas al trabajo y al estudio. (“¿Estudias o trabajas?”), el contacto con personajes de otros paises, amistades fugaces pero entrañables ...

Estamos fuera, quzás ya demasiado lejos de este Grupo que sigue funcionando. Hemos ido viendo cambios, noviazgos, bodas, gente nueva que sigue incorporándose, y muchas veces seguimos evocando actuaciones, la sensación del escenario -los focos, los aplausos-, el amor por el baile, la música. Tal vez no seamos los más adecuados para hablar del Grupo en estos momentos. Naturalmente, escribimos desde la nostalgia. Compañera nostalgia que conforme crecemos también

crece, nostalgia de lo que fue para nosotros, nostalgia de lo que para algunos que no conocemos, será ahora. Y deseo de que continúe para todos los que vengandetrás el Grupo Folklórico “Alto Aragón”

            El autobús ha llegado a su destino. Caras nuevasesperan para recibirnos. El ajetreo de maletas, instrumentos (i Máximo, el contrabajo!), baúles. Hemos llegado:después de todo, el viaje no ha sido tan largo.

J.A. Labordeta escribe de nosotros - XXV Aniversario - págs. 6 y 7

Decíamos hace 15 años

GIRAR CON EL ALTO ARAGÓN

Por José Antonio Labordeta

Los vi por primera vez en la plaza de Villanúa hace ya unos años y, de golpe, me di cuenta de que tenía ante mis ojos al grupo más importante de folklore aragonés. Fue magistral su actuación sin ninguna teatralidad, sin latiguillos ni pedanterías. El grupo musical, controlado por el bajo de Máximo, sonaba a gloria frente a otras agrupaciones de “pulso y púa” que suenan a demonios. Hablé unas pocas palabras con ellos -en este país somos muy escuetos en los halagos y en las pala bras- y desde aquel día pensé que cuando alguien me pidiese un grupo folklórico, daría su nombre. Y así ha sido por dos veces, que espero no sean las últimas.

Un día en Nueva York.

El viaje a Nueva York con las gentes del Alto Aragón fue la reafirmación de mis sospechas: me encontraba delante de un grupo que hacía folklore por amor y no por vedetismo. Un grupo que, cada vez que canta o baila, deja en sus cantos y bailes todo el amor que sienten por tierras, paisajes, valles y gentes. Y descubrí algo que sospechaba y que fue lo más hermoso, su calidad humana.

Viajar con ellos en un vuelo de Spantax es olvidarte de los menús de plástico pues, donde menos te esperas, sacan sus panes altoaragoneses, sus longanizas del somontano y las tortillicas de mamá y, de golpe, se olvida el tedio de la monotonía de un vuelo aburrido. Por todos los lados, en cajas perfectamente clandestinas, salen botellas de vino que cruzan el avión en un cerrar de ojos. Y los chistes, los diretes y los dimes acentúan la bondad de la humanidad de estas gentes. Luego, cuando los ves en el escenario, bajo las luces, en un ambiente tan distinto y lejano al de la plaza de Villanúa un día de septiembre, calas hasta el fondo la hondura de todos sus dances. Los hombres bailan con una delicadeza hacia las mujeres que solo lo había visto, hasta entonces, en el grupo Viello Sobrarbe que conducía, hace ya años, Anchel Conte Ahora los había vuelto a encontrar en un lugar tan lejano como la ciudad de los rascacielos. 

El Grupo Alto Aragón tiene la hermosura de que recorre Aragón de norte a sur y de este a oeste; que no se queda en un rincón tan solo ni tampoco se basa en esas jotas zaragozanas tan manidas y manipuladas que están mas cerca del folklorismo para turistas que en un folklore hondo y sincero, visten con elegancia todos sus numerosos trajes y con enorme respeto por las tradiciones de cada lugar que interpretan. Cuando uno sale de un espectáculo de ellos tiene una visión clara y sincera de como fue el baile, dance y canto de estas tierras aragonesas.

Fablegos por tierras del Morbe

En el mes de abril del año 84, Carlos Albiñana, catedrático de francés en Tanger, me pidió que le sugiriese un grupo para hacer una ronda por Marruecos. Como siempre le di el nombre del Alto Aragón y de aquella gira me parece que todos nos quedamos con un hermoso sabor: los que fuimos, los que nos llevaron, los que nos vieron y hasta alguno, como Paco Medina, que tuvo que quedarse en Algeciras por no llevar pasaporte.

Giramos por Casablanca, Tanger, Rabat y Tetuan. Y en todos los sitios la gente quedó encantada. Pero más encantados quedamos las gentes que viajamos con la clandestina Radio Faradio notificándonos las últimas noticias de los aconteceres jacetanos. Y como siempre con ellos, comimos y bebimos, reímos y cantamos. Y Marruecos se llenó de alegría con las risas de unos y de los otros. Es duro -lo sé por oficio- hacerse kilómetros y kilómetros en autobús y lejos de determinadas comodidades. En cualquier momento puede surgir una chispa y estallar la rabia contenida por el cansancio y las prisas. Con los del Alto Aragón esto no pasa nunca. Uno piensa que anda viajando en un charter de lujo porque todo son risas y solidaridades y cuando a alguno se le estropea el estabilizador -que a veces sucede unos u otros apaciguan el cotarro. Y el reino de la paz vuelve a su ser.

Como siempre fue hermoso lo que hicieron y todas las gentes se lo agradecieron. Hoy, cuando van a cumplir diez años de trabajo y de, a veces, incomprensión, hay que decirles a ellos: ¡ánimo! Y a los que los ignoran, que dejen de hacer el avestruz .. A vosotros, a los que sois y fuisteis y a los que vais a ser, mi ánimo y mi enhorabuena. A todos los demás, salud y buen genio para seguir diez años más con ellos al borde de todas las carretéras del mundo.



M. Lassabe escribe de nosotros - XXV Aniversario - pág. 5

Decíamos hace 15 años

Alto Aragón está celebrando su décimo aniversario. No he asistido al nacimiento de este grupo, pero fui testigo de sus pasos y éxitos.

El nombre “Alto Aragón” despierta en mí recuerdos muy agradables. Me acuerdo del espectáculo que con sus bailadores, músicos y cantantes había organizado en el pueblo francés de Habbas, donde por primera vez se quedaron en el escenario durante cerca de dos horas; comprendí aquella noche que el Grupo Alto Aragón tendría un porvenir particularmente brillante.

Los vi después en los Festivales de Olorón y Jaca, preparando programas ricos y variados; prestaban oído atento al más pequeño consejo, preocupándose continuamente de mejorar sus actuaciones y de estudiar cuidadosamente las tradiciones de su tierra.

Los encontré en Confolens y en estos pueblos de Las Landas donde el público sabía acogerles con calor y entusiasmo. Hubo ocasiones en que el éxito superó todo lo que se podía imaginar: una noche, en Capbreton, había sido necesaria la intervención de la fuerza pública para calmar una multitud de hombres y mujeres decepcionados de no haber podido entrar en una sala ya repleta de gente.

Pero en Londres es donde Alto Aragón me proporcionó una de mis mejores satisfacciones cuando en el prestigioso recinto del “ROYAL ALBERT HALL” millares de Ingleses aplaudieron frenéticamente la magnífica jota de San Lorenzo, que nunca había sido interpretada con tanto vigor y fervor.

El valor artístico de Alto Aragón, me ha facilitado un mejor conocimiento de danzas y cantares regionales pero la calidad humana de sus miembros me ha llevado a querer más a España, Aragón y Jaca.

Por todo esto les estaré siempre profundamente agradecido ...

Monsieur Lassabe

Miembro fundador del C.I.O.F.F.